Er zijn veel beroepen waarbij mensen alleen werken. Denk aan functies in de zorg, de bewaking of het winkelbedrijf. Onder alleen werken verstaan we personen die werken in een afgelegen ruimte of gebied en niet kunnen terugvallen op collega's bij gevaar of een ongeval.
ARBO wet
De Arbowet geeft geen speciale eisen voor alleen werken. Werkgevers blijven echter verantwoordelijk voor een veilige en gezonde werkplek voor medewerkers op eenpersoonsposten.
Alleen werken: Risico-Inventarisatie en -EvaluatieVoor het alleen werken bestaat alleen voor caissonwerkers en duikers specifieke regelgeving. Voor jongeren onder de achttien jaar geldt dat zij helemaal niet zonder toezicht mogen werken.
Wel moeten situaties waarin door werknemers alleen wordt gewerkt, benoemd worden in een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E). De werkgever moet in kaart brengen wie alleen werken, waar en wanneer. Ook moet de werkgever vaststellen wat er nodig is aan maatregelen en voorzieningen om de risico’s van alleen werken te beperken. Het is van belang niet alleen naar voor de hand liggende functies te kijken, maar ook naar werknemers die in besloten ruimten werken, in kooiladders of te maken kunnen krijgen met agressieve personen. Of naar situaties waarin wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen of perslucht.
Wie mogen alleen werken?
Er zijn organisaties die alleen werken slechts toestaan als de leidinggevende daarvoor toestemming heeft gegeven. Het mag beslist niet bij bepaalde ziekten of gebruik van medicijnen. De bedrijfsarts bepaalt dit. De chef beoordeelt of de vereiste preventieve maatregelen zijn getroffen. Het is raadzaam een handleiding te maken, waarin staat wat te doen in verschillende noodsituaties. Dat geeft houvast en voorkomt paniek in crisissituaties. Zorg bovendien voor een goede registratie van wie aanwezig is.
AandachtspuntenWerkgevers kunnen verschillende maatregelen treffen om het voor alleen-werkenden veiliger te maken:
Vrije vluchtwegen
Minstens zo belangrijk is de mogelijkheid om in geval van nood te kunnen vluchten zonder obstakels tegen te komen. Zorg ervoor dat sleutels van deuren en andere hulpmiddelen zichtbaar binnen handbereik zijn. Voor het beoordelen van de RI&E en de getroffen maatregelen is het verstandig incidenten tijdens avond- en nachtdiensten te registreren en terug te koppelen aan de leiding.
ARBO wet
De Arbowet geeft geen speciale eisen voor alleen werken. Werkgevers blijven echter verantwoordelijk voor een veilige en gezonde werkplek voor medewerkers op eenpersoonsposten.
Alleen werken: Risico-Inventarisatie en -EvaluatieVoor het alleen werken bestaat alleen voor caissonwerkers en duikers specifieke regelgeving. Voor jongeren onder de achttien jaar geldt dat zij helemaal niet zonder toezicht mogen werken.
Wel moeten situaties waarin door werknemers alleen wordt gewerkt, benoemd worden in een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E). De werkgever moet in kaart brengen wie alleen werken, waar en wanneer. Ook moet de werkgever vaststellen wat er nodig is aan maatregelen en voorzieningen om de risico’s van alleen werken te beperken. Het is van belang niet alleen naar voor de hand liggende functies te kijken, maar ook naar werknemers die in besloten ruimten werken, in kooiladders of te maken kunnen krijgen met agressieve personen. Of naar situaties waarin wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen of perslucht.
Wie mogen alleen werken?
Er zijn organisaties die alleen werken slechts toestaan als de leidinggevende daarvoor toestemming heeft gegeven. Het mag beslist niet bij bepaalde ziekten of gebruik van medicijnen. De bedrijfsarts bepaalt dit. De chef beoordeelt of de vereiste preventieve maatregelen zijn getroffen. Het is raadzaam een handleiding te maken, waarin staat wat te doen in verschillende noodsituaties. Dat geeft houvast en voorkomt paniek in crisissituaties. Zorg bovendien voor een goede registratie van wie aanwezig is.
AandachtspuntenWerkgevers kunnen verschillende maatregelen treffen om het voor alleen-werkenden veiliger te maken:
- Zorg dat de medewerker zich snel en makkelijk kan beschermen tegen ongewenst of agressief bezoek of indringers, bijvoorbeeld door de toegang te blokkeren.
- Zorg dat een werknemer in geval van nood duidelijk hoorbaar alarm kan slaan.
- Verstrek goed werkende communicatieapparatuur, zoals een (mobiele) telefoon of portofoon.
Vrije vluchtwegen
Minstens zo belangrijk is de mogelijkheid om in geval van nood te kunnen vluchten zonder obstakels tegen te komen. Zorg ervoor dat sleutels van deuren en andere hulpmiddelen zichtbaar binnen handbereik zijn. Voor het beoordelen van de RI&E en de getroffen maatregelen is het verstandig incidenten tijdens avond- en nachtdiensten te registreren en terug te koppelen aan de leiding.
GSM en GPS hoe werkt het?
Het GSM netwerk is nodig om een melding verstuurd te krijgen. Onze apparaten kunnen meldingen versturen op drie manieren:
Belangrijke informatie over het GSM netwerk
Binnen het mobiele netwerk gelden de volgende voorrangsregels.
1e prioriteit = melding naar het 112-alarmnummer.
2e prioriteit = spraak naar een vast of mobiel nummer
3e prioriteit = GPRS data verbinding
4e prioriteit = SMS-C dit werkt alleen maar binnen eigennetwerk provider.
5e prioriteit = standaard SMS
Betrouwbaarheid
Met het maken van een noodmelding melden de oplossingen van XMARK met 2e en/of 3e prioriteit naar officiële Particuliere Alarmcentrales (PAC). Hierbij wordt de noodmelding ontvangen door een beproefd communicatie systeem in de alarmcentrale. XMARK oplossingen kunnen zich onderscheiden doordat het kan melden over het spraakkanaal. Hierdoor komt de juiste informatie op de juiste plek in de alarmcentrale binnen en heeft de centralist direct een luisterverbinding met de drager.
Het apparaat controleert de verbinding met de alarmcentrale en of de informatie juist is overgekomen. Mocht bij verifiëren blijken dat de noodmelding niet juist is ontvangen dan herhaalt het apparaat de melding totdat de melding als valide kan worden beschouwd.
De centralist ziet op twee verschillende schermen de belangrijke informatie
Het eerste scherm laat een kaart zien met daarop een aanduiding waar de melding vandaar kwam en waar de hulp naartoe moet worden gestuurd. De centralist kan op de kaart in- en uitzoomen en heeft ook de mogelijkheid om over te schakelen op Google maps voor gedetailleerde informatie. Zelfs kan de centralist een meethulpmiddel gebruiken als de locatie ver van straten af ligt en toch een juiste locatie doorgegeven moet worden.
GPS De oplossingen van XMARK maken gebruik van het wereldwijd beschikbare Global Positioning Systems (GPS) hun actuele positie tot op 5 meter nauwkeurig bepalen. GPS is een netwerk van satellieten dat ooit als militair navigatiesysteem is ontwikkeld.
Alle producten van XMARK bepalen continue zijn locatie en ververst deze in zijn geheugen. De locatie wordt alleen tijdens een melding doorgegeven aan de alarmcentrale.
Van "standaard GPS" is bekend dat dit niet altijd een goede satelliet ontvangst heeft. Daarom werkt XMARK- Bodyguard met de speciale, zeer gevoelige GPS ontvangers van SIRF, "SIRFXtrac” deze staan bekend als de beste GPS ontvangers ter wereld en kan zelfs binnen gebouwen waar de meeste GPS ontvangers het laten afweten nog een accurate positie bepalen. GPS ontvangers zenden zelf geen signalen uit!
GPS
Het Global Positioning System (GPS) is een satellietnavigatiesysteem dat ons toelaat overal op aarde onze positie te bepalen. Zeker in buitensport zijn oriëntatie en kaartlezen soms van levensbelang. Vandaar dat de kleine GPS ontvangers aan populariteit winnen onder wandelaars, skiërs, fietsers,...
Werking
Het Global Positioning System bestaat uit 24 satellieten die in zes vaste orbitale banen rond de aarde cirkelen. Deze satellieten zenden signalen uit die door GPS-ontvangers kunnen worden opgevangen. Een ontvanger kan ten hoogste 12 satellieten ontvangen vanuit een bepaalde positie. De andere 12 bevinden zich boven het andere halfrond en zijn bijgevolg ‘onzichtbaar’. Een GPS-ontvanger heeft in zijn geheugen informatie over alle satellieten (de almanac) en weet op basis van de ruwe gegevens over de omloopbaan welke satellieten op welk moment te ontvangen zijn. Bij inschakeling van het apparaat zoekt de ontvanger deze 12 satellieten waarvan hij veronderstelt dat ze zichtbaar zijn. Deze veronderstelling gaat uit van de laatste positie waar het toestel is uitgeschakeld. Wanneer tussen het uitzetten en weer inschakelen van de ontvanger de positie meer dan 800 km. is gewijzigd, kan de ontvanger niet meer gericht zoeken. Het toestel zal dan één na één alle 24 satellieten afgaan (autolocatie) om de positie te bepalen. Deze procedure kan merkelijk worden ingekort door het land te selecteren waarin de ontvanger zich bevindt (re-init).
Om een positie te kunnen bepalen heeft de GPS minstens 3 satellieten nodig. Men spreekt hier van een 2D positiebepaling. Het toestel meet enkel je horizontale verplaatsing. Als je 4 satellieten ontvangt spreek je van een 3D positiebepaling. Naast je horizontale positie meet het toestel nu ook je verticale positie.
Hoe meer satellieten je ontvangt hoe nauwkeuriger Je positie bepaald wordt. Zo kan je tot 2m nauwkeurig gaan bij een optimale ontvangst.
Het GPS signaal is niet onderhevig aan Weersomstandigheden waardoor je eveneens In dikke mist vlot je weg kan vinden.
- via het spraak kanaal
- via gprs (hetzelfde als dat u met uw mobiele telefoon op internet gaat)
- via sms
Belangrijke informatie over het GSM netwerk
Binnen het mobiele netwerk gelden de volgende voorrangsregels.
1e prioriteit = melding naar het 112-alarmnummer.
2e prioriteit = spraak naar een vast of mobiel nummer
3e prioriteit = GPRS data verbinding
4e prioriteit = SMS-C dit werkt alleen maar binnen eigennetwerk provider.
5e prioriteit = standaard SMS
Betrouwbaarheid
Met het maken van een noodmelding melden de oplossingen van XMARK met 2e en/of 3e prioriteit naar officiële Particuliere Alarmcentrales (PAC). Hierbij wordt de noodmelding ontvangen door een beproefd communicatie systeem in de alarmcentrale. XMARK oplossingen kunnen zich onderscheiden doordat het kan melden over het spraakkanaal. Hierdoor komt de juiste informatie op de juiste plek in de alarmcentrale binnen en heeft de centralist direct een luisterverbinding met de drager.
Het apparaat controleert de verbinding met de alarmcentrale en of de informatie juist is overgekomen. Mocht bij verifiëren blijken dat de noodmelding niet juist is ontvangen dan herhaalt het apparaat de melding totdat de melding als valide kan worden beschouwd.
De centralist ziet op twee verschillende schermen de belangrijke informatie
Het eerste scherm laat een kaart zien met daarop een aanduiding waar de melding vandaar kwam en waar de hulp naartoe moet worden gestuurd. De centralist kan op de kaart in- en uitzoomen en heeft ook de mogelijkheid om over te schakelen op Google maps voor gedetailleerde informatie. Zelfs kan de centralist een meethulpmiddel gebruiken als de locatie ver van straten af ligt en toch een juiste locatie doorgegeven moet worden.
GPS De oplossingen van XMARK maken gebruik van het wereldwijd beschikbare Global Positioning Systems (GPS) hun actuele positie tot op 5 meter nauwkeurig bepalen. GPS is een netwerk van satellieten dat ooit als militair navigatiesysteem is ontwikkeld.
Alle producten van XMARK bepalen continue zijn locatie en ververst deze in zijn geheugen. De locatie wordt alleen tijdens een melding doorgegeven aan de alarmcentrale.
Van "standaard GPS" is bekend dat dit niet altijd een goede satelliet ontvangst heeft. Daarom werkt XMARK- Bodyguard met de speciale, zeer gevoelige GPS ontvangers van SIRF, "SIRFXtrac” deze staan bekend als de beste GPS ontvangers ter wereld en kan zelfs binnen gebouwen waar de meeste GPS ontvangers het laten afweten nog een accurate positie bepalen. GPS ontvangers zenden zelf geen signalen uit!
GPS
Het Global Positioning System (GPS) is een satellietnavigatiesysteem dat ons toelaat overal op aarde onze positie te bepalen. Zeker in buitensport zijn oriëntatie en kaartlezen soms van levensbelang. Vandaar dat de kleine GPS ontvangers aan populariteit winnen onder wandelaars, skiërs, fietsers,...
Werking
Het Global Positioning System bestaat uit 24 satellieten die in zes vaste orbitale banen rond de aarde cirkelen. Deze satellieten zenden signalen uit die door GPS-ontvangers kunnen worden opgevangen. Een ontvanger kan ten hoogste 12 satellieten ontvangen vanuit een bepaalde positie. De andere 12 bevinden zich boven het andere halfrond en zijn bijgevolg ‘onzichtbaar’. Een GPS-ontvanger heeft in zijn geheugen informatie over alle satellieten (de almanac) en weet op basis van de ruwe gegevens over de omloopbaan welke satellieten op welk moment te ontvangen zijn. Bij inschakeling van het apparaat zoekt de ontvanger deze 12 satellieten waarvan hij veronderstelt dat ze zichtbaar zijn. Deze veronderstelling gaat uit van de laatste positie waar het toestel is uitgeschakeld. Wanneer tussen het uitzetten en weer inschakelen van de ontvanger de positie meer dan 800 km. is gewijzigd, kan de ontvanger niet meer gericht zoeken. Het toestel zal dan één na één alle 24 satellieten afgaan (autolocatie) om de positie te bepalen. Deze procedure kan merkelijk worden ingekort door het land te selecteren waarin de ontvanger zich bevindt (re-init).
Om een positie te kunnen bepalen heeft de GPS minstens 3 satellieten nodig. Men spreekt hier van een 2D positiebepaling. Het toestel meet enkel je horizontale verplaatsing. Als je 4 satellieten ontvangt spreek je van een 3D positiebepaling. Naast je horizontale positie meet het toestel nu ook je verticale positie.
Hoe meer satellieten je ontvangt hoe nauwkeuriger Je positie bepaald wordt. Zo kan je tot 2m nauwkeurig gaan bij een optimale ontvangst.
Het GPS signaal is niet onderhevig aan Weersomstandigheden waardoor je eveneens In dikke mist vlot je weg kan vinden.